Ik geloof dat ik dit stukje ook schrijf om eindelijk eens te weten hoe je dat schrijft, yoga-Miepen. Wel, ik ben eruit. Maar nu ik eenmaal begonnen ben, nog maar even voort.
Tussen de brede taxistandplaats (met op het dak nog een parkeerterrein, te zien op de foto hieronder) en ‘mijn’ ashram loopt een brede trap naar het Gangesstrandje.
Daar woont, naar mij werd verteld door twee yoga-Miepen uit Rotterdam en omstreken, (hoe zeggen ze dat zelf? G(r)wotterdom), al jaren een Duitse saddhu. Een van de door hen geciteerde uitspraken: “Ik heb de grootste badkamer ter wereld.”
Gisteravond zag ik de dames weer zitten in Flavor’s Restaurant. De avond ervoor had een van de obers mij stilletjes op hen gewezen en gezegd dat zij ook uit ‘your country’ kwamen.
Dat was vriendelijk bedoeld, maar later hoorde ik ze niet te missen duidelijk en uitgebreid, ook via hun telefoon, heerlijk plat Rotterdams kwekken.
In een impuls maakte ik mij als medelander bekend en al snel zat ik mee aan hun tafel de restjes op te eten en ontstond een verrassend leuk gesprek. Het waren niet, wat had gekund, moeder en dochter, maar yogalerares en de yogaleerling die later haar lessen heeft overgenomen.
En, (eerlijk is eerlijk, het platte accent maakte de verrassing groter, dat verwacht deze jongen dan kennelijk niet), een verhaal over een Tibetaanse Leraar en als volgende bestemming Dharamshala.
Ze komen al jaren naar Rishikesh voor yogatrainingen. En konden hartelijk lachen om mijn reactie ‘aha, twee yoga-Miepen’. Het ijs was gelijk gebroken.
Dit was heel anders met dat meisje uit Nederland waarmee ik in Tiruvannamalai een gesprek had. Toen ik op haar beroep mijn standaard lakmoestest yoga-Miep losliet, moest ik alle zeilen bijzetten om haar niet te laten afhaken. Ze wordt een dezer dagen ook hier verwacht.
[Als lakmoesproef voor weer iemand anders, pest ik hier even dat als mensen echt op tilt
gaan op yoga-Miep, ik hen dan beschouw als niet gekwalificeerd voor advaita vedanta].
Tegen dat de yogadames gingen opstappen bleken ze eerst nog een meeneemmaaltijd te bestellen. En kwam het verhaal van de Duitse saddhu die al jaren onder aan genoemde trap woont. Ze kennen hem al jaren en ze brengen hem als ze hier zijn elke avond wat te eten.
Ik ben vanmorgen die trap afgelopen . En jawel, die man heeft ook het grootste trappenhuis ter wereld. Hij was zijn woongedeelte ervan net aan het vegen.
We hebben een praatje gemaakt (Hij woont al 20 jaar in India, eerst in Zuid India, maar wegens het oprukkend toerisme daar vertrokken en nu alweer 5 jaar in Rishikesh) en ik mocht zijn portret maken.
De lichtbruine lap geeft hem schaduw op de richel waar hij kan zitten en liggen:
Dat was weer een verhaaltje uit de wondere wereld die India heet.