Vanmorgen zag ik opeens een mogelijk verband tussen het gegeven dat ik een bijna instinctieve hekel heb aan spelletjes doen en een voorval dat een halve eeuw geleden plaatsvond. Werkelijk, nooit eerder kwam dat verband in mij op.
Het huis waarin ik geboren en werd door mijn ouders gehuurd van juffrouw Kret.
Dat betrof verplichte onderhuur zoals die direct na de tweede wereldoorlog door de overheid werd opgelegd om de opgekropte behoefte aan trouwen en kinderen krijgen ruim baan te verschaffen. De explosie aan geboorten waarvan ik een klein bomscherfje ben zou bekend worden onder de naam babyboom.
Afijn, juffrouw Kret. Een verhaal apart. Ze was een ongehuwde vrouw, een juffrouw dus en een beetje vreemd.* Een van de verhalen die ik later vaak heb horen vertellen is dat ze mijn ouders ervan had beschuldigd haar pan rijst te hebben gestolen. Politieagent over de vloer, de pan met net gekookte rijst werd gaar stovend in haar bed onder de dekens terug gevonden.En ook dat ze mij naar de kleuterschool had gebracht en dat ik eerder weer thuis was dan juffrouw Kret.
Die vrouw heeft dus veel over mij gemoederd en op mij gepast en later, ook toen we na mijn zesde verjaardag waren verhuisd naar een nieuw huis in de Indische buurt heeft zij heel veel en vaak spelletjes met mij gedaan. Ik zat elke zondagmiddag een paar uur bij haar in huis. Toen kwam het moment dat ik naar de mulo ging en er ongemerkt een periode kwam dat ik haar vergat. Toen ik dat door had en beschroomd bij haar aanbelde,
deed ze de deur open, zag mij, zei nee en deed de deur weer dicht. Bodemloze put. Ik heb die vrouw nooit meer gezien, niemand in mijn omgeving kwam op het idee om te zeggen ‘kom we gaan er even naar toe, dit misverstand ophelderen’. Ik durfde niet meer.
Daarna heb ik eigenlijk nooit meer spelletjes willen doen. Denk ik nu pas.
Halma, dacht ik als eerste. Zoekend op plaatjes ontdekte ik dat het Mensch erger je niet was. En dan komt natuurlijk google images. En zie je dat vertrouwde spelbord weer.
En dan natuurlijk http://nl.wikipedia.org/wiki/Mens_erger_je_niet
Blijkt het spel zijn oorsprong in India te hebben! http://nl.wikipedia.org/wiki/Pachisi
En lees ik daar dat de Mogulkeizer Akhbar de Grote zijn spel speelde met haremslavinnen als spelpionnen, dus klik ik door naar Akhbar de Grote en vind een fascinerend verhaal over religieuze tolerantie in India.**
En lees daar ook dat vorig jaar een Belg een historische roman over deze Akhbar heeft geschreven. Dat boek ga ik nu bestellen.
Zo rijst een gedachte weer de pan uit tot een verhaaltje. En is er een nieuwe bron van oud zeer in het systeem aangeboord die aandacht verdient en zal krijgen.
voetnootjes
*In de jaren 70 was er een bozige actie in emancipatieland gericht op het doen verdwijnen van de aanspreektitel juffrouw voor ongehuwde dames. Op een affiche dat hing in de gang van mijn kantoortje, waar ik het sceptertje zwaaide over het Preventieproject Drugs, stond als eis: alle vrouwen mevrouw. Ik heb daar toen met viltstift een extra eis aan toegevoegd: alle jochies jochie.
**Ik lees ook dat twee zonen van Akhbar de Grote stierven aan alcoholvergiftiging. NEt heb ik zitten zoeken naar die poster over de juffrouwen/mevrouwen en vond iets anders uit de verslavingshulpverlening uit die tijd, de tijd dat in de keurige buurt waarin ik toen net woonde er een tippelzone om de hoek was, de Herengracht tussen Amstel en Utrechtse Straat. Hierover schreef ene Thomas Bomas in een column het volgende:
Zal ik jullie eens vertellen wanneer ik zo verbaasd ben geweest als nooit tevoren?
Dat was toen ik nog dacht te weten hoe de wereld in elkaar zat. We liepen via Tuschinski naar de auto terug. Die stond bij de Amstel geparkeerd. Op dat ene stukje Utrechtse straat liepen een paar meiden. Van die opgepoetste wrakken, met van die bij elkaar genaaide netkousen, flink veel decolleté en een grote rode mond. Dat ziet er door een bewasemd autoraampje kennelijk heel geil uit.
Van die dikke lippenstift zoals mijn dochtertje het ook op haar mond smeert. Het zijn meissies die wat betreft hun lichamelijke toestand zo uit een concentratiekamp kunnen komen. Meissies die je in bed zou willen stoppen om ze een ontbijtje te serveren. Echte heroïnehoeren, van de onderste lijn van het leven.
En wat reden daar allemaal over de gracht rond? BMW’s, Mercedessen, Volvo’s, allemaal van boven de vijftigduizend gulden. Allemaal heren van wie je verwacht dat ze zo uit het Hilton Hotel komen stappen. Alleen ze rijden zo langzaam en ze keren steeds weer om. Maar verder keurig. Correcte heren!
Die wat betreft hun financiële positie zo terecht kunnen bij elke madam. Maar die tòch zo’n kind hun auto intrekken en voor een geeltje diensten laten verrichten.
Dàt vond ik nou nog eens gênant. Want waarom gaan die heren niet naar een madam? Omdat een madam power over ze heeft!
En zo’n uitgemergeld meissie niet.
Toen ik ook nog tot mijn ontsteltenis zag dat er een cliènte van De Gele Wagen instapte, toen dacht ik: God god en godverdomme! Blijf in hemelsnaam met je gore klauwen van dat kind van onze stichting af!
THOMAS BOMAS