Er is een uitdrukking die opgaat voor ons allen:
we zijn allemaal en altijd op sterven na dood.
Gisterochtend werd ik wakker gebeld door het verpleeghuis waar mijn vader ‘woont’.
Hij was ‘s nachts uit bed gegaan en gevallen. Hij werd op de grond gevonden en de arts vermoedde de linker arm uit de kom of erger.
Heb gister met mijn vader de gang gemaakt van het verpleeghuis naar het ziekenhuis en weer terug. De diagnose was duidelijk: de kop was van de bovenarm gebroken. Een zeer pijnlijke en nauwelijks geneesbare breuk.
Mijn vader is een ouwe taaie en is 96 jaar oud geworden.
Toen gister in het ziekenhuis iemand hem iets vroeg over de pijn zei hij, zelfs toen nog met een ondertoon van humor ‘zo’n erge pijn heb ik in geen honderd jaar gevoeld’.
In het ziekenhuis, tijdens het wachten op het maken van de foto’s, las ik af en toe in het boekje dat ik in mijn vorige blog noemde: Brief aan zijn vader van Franz Kafka.
Die brief schreef Kafka in 1919. Toen was mijn vader 2 jaar oud.
Vanmorgen werd ik weer gebeld. Het ging slecht met mijn vader.
Ik heb mijn zoon gebeld en gezegd dat dit het moment was als hij zijn opa nog in leven wilde zien. Hij ging mee. Ook mijn zus met vriend/man kwam.
Gevieren hebben we de middag bij onze vader/schoonvader/opa doorgebracht.
Ik volgde mijn gevoel te blijven. Nadat de anderen vertrokken waren heb ik nog anderhalf uur aan de zijde van mijn vader doorgebracht, zijn hand vasthoudend.
Hij heeft ons overigens niet meer herkent, hij was al onderweg naar weg.
Op een gegeven moment werd hij nog verzorgd door twee verpleegsters en ik voelde aan zijn been toen een van hen zei dat hij wel heel koude handen had. Koude handen heeft hij vrijwel altijd, maar op het voelen van zijn koude been stelde ik voor zijn temperatuur te meten.
Die was 34,5. Hij gaat er van tussen, zei ik toen. Ze belden de arts, een volstrekt aardige jonge man, die zei direct nog even langs te komen. Binnen het half uur was hij er.De minuten voor hij kwam huilde ik het verdriet van generaties familie en zei in gedachten tegen mijn vader ‘laat dat allemaal maar hier achter’.
Toen de arts klopte en binnenkwam, keek ik naar hem op en ik zei ‘hij hapt nog naar adem’.
Daarop keken we naar mijn vader en we zagen direct dat ik het over mijn vaders laatste adem had. Een volgende kwam er niet meer. Het was beurt, zoals hij dat zelf zou zeggen.
Mijn vader is in alle rust heengegaan, zaterdagavond om half acht.
Het is goed.
Lieve Hans,
Wat een prachtige manier om zo afscheid te kunnen en mogen nemen van je vader.
liefs, ine
Mooi Hans.fijn dat je er bij kon/ mocht zijn.ook hoe je je verdriet herkent als zijnde alsook van zoveel anderen.
En hoe je hem uitnodigd alle shit hier achter te laten.
Lieve Hans,
Mooi hoe je het verwoordt. Dat het zo gegaan is, is a blessing en maakt heel veel (alles) Go(e)d. Hug, Susan