Spiegeltje spiegeltje aan de wand wie is de mooiste van het land?
Daar doet al het geschrijf dezer dagen over de selfie een beetje aan denken.
Selfie is zelfs woord van het jaar. Ik vind het selfje in de Nu.nl cartoon een fraaie vondst.
Elfje fiederelfje. Zet je klompjes bij ‘t vuur.
Hoe Hollands kan een van oorsprong Australisch woord worden.
Ik wist niet dat ze zo heetten, maar ik maak al een paar jaar ‘selfies’. Steeds namelijk voor en na een ayahuasca ritueel. Daar ga ik nog eens een paar voorbeelden van laten zien, maar nu niet, want die staan op de harde schijf in Amsterdam. Wat ik maar zeggen wil, is dat de trend om selfies te maken kennelijk meer gegeven is met de ‘handigheid’ van de tegenwoordige camera dan met leeftijd. Vandaag maakte ik nog een selfie, maar mijn arm was veel te kort om dat wat ik er deze keer op wilde hebben ook op te krijgen.
En ik was te lui om iemand te vragen de foto voor me en van me te maken.
Ik lag op een stenen bank, hoofd op mijn rugzak, in slaaphouding. Ik was moe.
Na een voor mij loeihete nacht, er zaten echt kletsnatte donkere plekken in mijn pyama vanmorgen, begon een dag waarin ik langzaam maar zeker ontspande in de oase die mijn tijdelijk thuis is.
Stel je bij oase niet iets paradijselijks voor. Mijn kamer ligt bijvoorbeeld aan de straatkant en die straat, de Poonamalee High Road, is daadwerkelijk een zesbaans snelweg met bijbehorend lawaai, rook en fijnstof.
Het lijkt een beetje te wennen, maar er was vandaag wat wind, mischien hielp dat wat.
Gisterochtend in de taxi vanaf het vliegveld, je zit dan in een keer van de prettigste vliegtuigatmosfeer die ik ooit meemaakte (Emirates, beter dan Lufthansa, maar misschien is het puur de verbeterde situatie in die Airbus), midden in het typisch Indiase verkeer.
En afgezien van de hectiek daarvan is het toch vooral de achterstand in motortechniek bij de vele oude vrachtwagens en de oude taxis en de vele vele tweetakt oliestook riksha motoren. Of misschien is het wel puur de achterstand in controlemechanismen.
Een strikte invoering van zoiets als een APK zou wonderen doen voor een land als India, denk ik.
Vanmorgen (ja, mijn stukkies zijn ook selfies in zekere zin) was ik even in paniek.
De nacht viel me zwaar, de dag viel me ontzettend mee. Maar de idee nog twee maanden hier te blijven terwijl het alleen maar warmer wordt, benauwde me meer dan me lief was.
Ik had het al wel steeds over de beproeving die me te wachten staat, maar nu was het opeens weer lijfelijk en tastbaar en het viel me zwaarder dan ik had verwacht.
Buiten was het vanmorgen direct een stuk koeler dan in mijn kamer. Ik heb me dan ook na het ontbijt in de tuin genesteld, waar ik me op de al genoemde bank heb genesteld. Wat voelde ik mij moe. En wat heb ik daar heerlijk aan kunnen toegeven.
In plaats van naar buiten kijken, heb ik veel met mijn ogen dicht gezeten en gelegen.
Dan ga ik dingen zien ie er moeten zijn. Ik voel me bijvoorbeeld op die plek hier op mijn gemak. Hoe komt dat?
Dat heeft al heel lang mijn bijzondere aandacht. Niet zo vreemd voor iemand als ik, die de wereld erg lang niet heeft ervaren als een plek waar je op je gemak kunt zijn.
Een keerpunt daarin gebeurde spontaan toen ik in afwachting van een herniaoperatie in mijn woonboot op de vloer lag, het was 1995, op een ochtend wakker werd en mezelf hoorde denken: “Hier woon ik”. Ik mag graag zeggen over mezelf dat ik voordien nooit een hele dag was thuis geweest. Altijd on the run. En sinds dat moment ben ik steeds vaker en in feite vooral thuis.
En nu voel ik me hier thuis Wat maakt het verschil? Wat maakt het verschil voor mij?
Daar heb ik uren naar liggen kijken/voelen/luisteren/denken vandaag. Heerlijke bezigheid overigens.
Op een gegeven moment kwam langs dat plekken die zijn ingericht/ontworpen om mensen een tijdelijk thuis te bieden er al zo lang zijn als mensen reizen. Hotels zijn bedoeld om mensen en route te herbergen. Veelal hebben hotels mensen die de mensen ontvangen. Misschien is gastvrouw wel het oudste beroep van de wereld. En misschien is een prostituee wel een gastvrouw die een hotel belichaamd, een soort huisjesslak.
Maar ook dan valt de gastvrouw niet samen met de herberg.
Ja, je mijmert eens wat.
Wat ik kan zien is dat voor mij het een soort onzichtbare energie is, die uitmaakt of een plek veilig is. Een soort leylijnen, die te maken lijken te hebben met de intentie van de mensen en of de organisatie. Maar ook met de hele cultuur en de organisatie van de plek, het land, het werelddeel, de wereld.
Ik ervaar plekken waar ik me thuis voel als plekken waar je je als het ware in laat zakken. En waar je dus alleen met moeite weer uit kunt. Doet me nu aan een zitzak denken. En als beeld ook zo’n gravitatieveld, een deuk in de ruimte. Zo’n beeld:
Ik bedankte vriend D. voor zijn suggestie in het YWCA te gaan logeren en schreef erachteraan: “Reuze blij met m’n plekkie. Kom daar maar weer eens weg. We’ll see.”
Goed, ik heb me neergelegd bij het feit dat het zo zit, ik probeer niet geforceerd hier weg te moeten, heb vandaag weer een rondje gedaan op zoek naar een prepaid simkaart. Ik kwam op de gedachte die te gaan scoren nadat ik iemand die ik ken in Chennai voor chai had uitgenodigd en het zo sullig vond geen Indiase telefoon te hebben. (Technisch is dat heel simpel, je koopt een simkaartje en die stop je in je telefoon, iedereen doet/deed het, tot de 2011 Mumbai bombings, daarna zijn er allerlei obstakels opgeworpen voor buitenlanders en nu is opeens de eis dat iemand van hier, bijvoorbeeld die man die ik wilde bellen 🙂 meekomt en als getuige tekent voor mijn aanvraag!!). Dat wordt dus ook dit jaar niks.
Tijdens dit rondje, waar ik al profijt had van mijn rondje van gister, viel het me weer op hoe gevoelig veel Indiaase mensen zijn. Twee keer zag ik opeens een foto en was beide keren al te dicht genaderd tot de mensen waarvan ik een foto wilde maken.
De eerste keer naderde ik een groepje werklui die een gat in de stoep aan het graven waren. Een klassiek beeld, alleen hier was het contrast opeens zo haarscherp: twee jonge mannen in werkkleding stonden te graven en te hakken en twee wat oudere mannen stonden dat te superviseren. Opeens viel me iets op. Die twee opzichters waren onberispelijk gekleed. Bruine broeken met een vouw, hagelwitte gestreken overhemden, opschrijfboekje in de borstzak en ook balpennen met glimmende clips. Die foto wilde ik maken, maar daartoe moest ik terug. Geheel spontaan stopte ik, keek om, liep een eindje terug en keek, toen ik zag dat ik was gespot een tijdje belangstellend naar een hoog gebouw aan de overkant. En hernam toen mijn loopje richting de mannen met de witte overhemden. Maar van die ene had ik dus al de belangstelling getrokken en die hield me in het oog voor een mogelijk praatje. Hij stak zijn hand uit, ik keek in het gat, vroeg wat ze deden en we hadden het hartelijke praatje dat je daar als je er open voor staat de hele dag door kunt hebben. De foto werd dus niet gemaakt. Weer een aantal praatjes verder, [mensen vragen je hier of je een foto van ze wilt maken, dat doe je dan na wat formeel sputteren, je laat ze die foto achterop je toestel zien en ze zijn innig tevreden als of je ze een dienst hebt bewezen. En het is puur de aandacht waar het om gaat is mijn indruk. Niemand vraagt of je die foto wilt opsturen of zo. Gewoon, mag ik een beetje aandacht in de vorm van maak mij blij, maak een foto van mij], weer een aantal foto’s verder dus, zag ik opeens een vrouw op de stoep zitten achter zo’n Singer tafelnaaimachine die zulke mooie fel gekleurde kleding aanhad dat ik er weer een foto in zag. Geheel ongemerkt stopte ik, draaide me om en liep een eindje terug. En al in het wegdraaien om me om te keren zie ik al in mijn ooghoek dat zij in haar ooghoek ….. Weer een foto niet gemaakt.
HEerlijk Hans steeds jaloerser.hug Jan
enne ja, wat een wonder,
je te volgen..
dit medium.
we leven in een “verlichtte” tijd.