Ongeveer een week geleden heb ik me eens naar uiterst links begeven.
De verste Ghat op rechts is Assi Ghat en de wandeling daarheen voert je langs het kleine openlucht crematorium.
De wandeling naar links (dit alles langs de Ganges dus) brengt je, van waaruit ik bivakkeer, al na zo’n vijfhonderd meter bij het grote openluchttheater waar ze aan de lopende band lichamen verbranden.
(Het koude weer is al bijna weer vergeten, maar het is, zie ik nu, pas 5 dagen gelden dat ik aan iemand dit schreef:
“Hier is het Engels weer. Nat. Koud. Mistig. Bewolkt. Het is 13 uur en ik lig in bed te
lezen. Sokken en trui over pyama. Eindelijk tijd om te lezen. Heb het raam dicht
vanwege die grote mensenverbrand kampvuren. Zelfs met het raam dicht denk ik dat ik
heel wat Hindu moleculen inadem. Hindu’s, daar moet ik een beetje van hoesten.”).
Ik ervaar die grote stookplaats als een zware plek. Deels door de omvang, tot wel 10 vuren tegelijk gaande, deels ook door het corrupte sfeertje. Dat laatste wordt voor mij opgeroepen door de brigade die erop uit is mensen geld afhandig te maken. Ik hoorde op een rooftop het verhaal dat een fotograaf 50 euro betaalde om 5 minuten van dichtbij te mopgen fotograferen. En dan zo’n zwendelaar die de tijd voor je in de gaten houdt. Ten more seconds, Sir, aldus het verhaal. En dan is er natuurlijk het verhaal van de zielige weduwen, waar ze ook in een pand waar ze je dan mee naar toe nemen (met als belofte een beter uitzicht op de brandende stapels) een aantal ontroosbare voorbeelden van hebben zitten. Die hebben zogezegd geen geld om zich daar te laten verbranden en dat is toch zo goed voor ze want dan hoeven ze niet meer terug te komen. Kortom, geld, geld, geld.
Maar goed, ik was onderweg naar de verste Ghat op links. Dat is tot aan de gelaagde Malvya Bridge over de Ganges. Benedenlaag voor de trein, erboven een weg. Ik heb mezelf helemaal omhoog getrapt (als ik het eindeloze traplopen zo mag benoemen) naar die weg en daar een tijdje de drukte van belang staan bekijken. Daar ontstond het idee een keer naar de overkant te gaan, daarover later meer.
Hoe die laatste Ghat op links heet weet ik niet, maar ik denk eraan als Ghat Verdamme.
Heel oneerbiedig schreef ik in een mail aan iemand: “En hoe verder ik kwam, hoe
smeriger het werd. Ik heb mijn share aan de geur van menselijk stront wel gehad.
Holy City, my ass. Toiletten plaatsen en opvoeden dat volk.”
Nu we het toch over vervuiling hebben, ook een week geleden kwam ik een opmerkelijke verschijning tegen in de vorm van een Amerikaanse sannyasin, een in ruime, licht oranje doeken gehulde, overgewichtige figuur met een jaren 70 hippiie kop, maar dan op leeftijd. En een videocamera (van het uitzendende soort dat men in racewagens monteert om de chauffeur aan het werk te zien) op zijn wandelstok gemonteerd, door hem aangdeuid als zijn Cane Cam. We hebben een uurtje samen, ook kletsend, doorgeracht in de lobby van Puja Guesthouse. Hij was daar met een drietal vuurrode koffers min of meer gestrand. De eigenaar had hem de avond tevoren een kamer toegezegd, maar de manager (‘the manager doesn’t like me so much’) beweert dat het guesthouse vol is.
Afijn, teveel om allemaal weer te geven. Hij vert dat hij nu onder meer in Varanasi is vanwege het arsenicumprobleem. Huh?? Yeah, have you seen those dark spots in the faces of many Indians here? Yes, I have noticed. Arsenic!. And have you seen this gesture in the hands of beggars? Yes, I did. Arsenic! Afijn een heel verhaal.
De volgende dag begon een jongen van een (ook weer rooftop-) restaurant mij spontaan de veelgeprezen kwaliteiten van het Gangeswater op te sommen: when you put in bottle, after hundred years still fresh! Ja, zei ik, en weet je ook hoe dat komt? Nee, dat wist hij niet. Nou zei ik, genadeloos, dat komt omdat er een vergif in dat water zit. Grote verbazing. How can that be. We drink it and we use it for everything. How can that be?
Toen werd hij weggeroepen en ik hoop voor hem dat hij over de schok heen komt.
Pas een dag later heb ik een en ander gechecked. Die jongen hade het probleem precies onder woorden gebracht. We gebruiken het voor alles.
Zoals die swami zei, er zit arsenicum diep in het grondwater en door de aanleg van al die pompen, India wordt een gatenkaas, komt de arsenic omhoog en de hele landbouw wordt ermee besproeid. Enzovoort en zo verder.
Just google Ganges arsenic. Of zelfs Ganges arsenic Varanasi.
Ik heb een artikel gelezen over wat er allemaal in de Ganges (en andere grote rivieren) verdwijnt. Dat wil; je niet weten.
Daar ook nog de kennis opgedaan dat er een beetje rattenkruit in mijn pap zit:
An Indian’s daily diet contain 0.27 mg of DDT and the accumulated DDT in the body tissue of an average Indian is said to range between 12.8 and 31 parts by million which would rank among the highest in the world
Groeten uit Varanasi.
o, dappere klokkenluider van de Ganges…
What to do?
knielen en het hele verhaal aan gods voeten leggen…
godgeklaagd…
vanuit de ivoren toren dank maar weer dat je je zo diep de hel in waagt.
Hoi hans, namasté,
Varanasi….fascinerende plek…
ik keek er met andere ogen naar…
”beauty is in the eye of the beholder….”
Jouw keuze is om de drek naar boven te halen…te willen zien.
Maar misschien kun je je ogen op een andere ,stand’ zetten, zolang je nog in India bent. En genieten van de schoonheid.
Acha hai, tot ziens, Jetty
Tot ziens in Amsterdam
Ha die Hans
Goed om weer van je te horen en te weten dat je – als de toverkracht van het mystieke Oosten is uitgewerkt – nog steeds dezelfde Hans bent die overal onvermoeibaar onrecht aan de kaak stelt. Wel een vraag: die jongen die je hebt ingelicht over de kwaliteit van het Gangeswater, heeft die uberhaupt de keuze om ander water te drinken, of maakt die kennis hem alleen maar ongelukkig?
Wist je overigens dat Napoleon kleine hoeveelheden arsenicum tot zich nam om er immuun voor te worden?
Tot slot een quote van Oscar Wilde die je wellicht behulpzaam is op je pad: “We are all in the gutter, but some of us are looking at the stars.”
Hartelijke groet
Andre