Waarneming.
Laatst, tijdens het daime weekend bij Casa da Luz, was er ook een moment dat ik snotterend droevig inzag dat ‘al zolang er tijd is gaat ze voor mij steeds te snel’.
Het was het opeens scherpe besef dat in communicatie met mensen er vaak dingen gebeuren die voor mij het samenzijn onwerkelijk maken, waarbij ik precies zie gebeuren hoe dat komt, en ik dat ook graag onder woorden zou willen brengen zodat het ontstane misverstand kan worden opgelost, maar de ander(en) hebben geen idee waarover ik het heb (als ik er al over begin), en al zeker niet de tijd en interesse om bij zoiets door hen onopgemerkts dus onbenulligs überhaupt, laat staan lang, stil te staan.
Waarneming en herinnering.
Ook tijdens dat weekend was er een sessie waar een van de deelneemsters door mij werd waargenomen als indrukwekkend mooi. Op een manier die het verlangen in mij opriep om over de vloer naar haar toe te kruipen en haar op een wang te kussen.
De herinnering kwam bovendrijven aan een keer, lang geleden in een retraite met Isaac Shapiro, waar ik ook zo’n verliefde drang had en daaraan toegaf.
Dat gaf toen een hoop tumult na afloop van de satsang: die vrouw kwam naar me toe, volledig overstuur. Hoe ik dat had kunnen doen!!!!
Kortom, mijn tamelijk spontane en zachtvriendelijke actie had bij haar een sterke traumatische reactie opgeroepen. Het was heel hard werken om dat weer op te helderen.
We zijn vrienden geworden later, dat wel.
Maar de herinnering weerhield me er wel van om spontaan mijn gevoel te volgen.
Ik bleef dus maar kijken, voelen en waarnemen.
En opeens was daar de ontdekking, het inzicht: wat over het hoofd wordt gezien is dat de afstand tussen die vrouw en mij een wezenlijk onderdeel is van wat er gebeurt, van wat er plaatsvindt.
Feitelijk is het meer dan waarschijnlijk zo dat zij niets gemerkt heeft van wat er in mij omging. En wat ik waarneem/ervaar heeft dus niets met haar, met ons, maar slechts iets met mij van doen.
Het verlangen is in feite het verlangen de afstand die er is ongedaan te maken door die afstand te overbruggen.
Als je dat, zoals ik dat zo’n tien jaar geleden deed, snel doet, dan gebeuren er ongemerkt een aantal dingen: er is geen toenadering, geen waarnemen van wat het effect is van het dichterbij komen, geen aankondiging van de naderbij stormende liefkozing, geen tijd om de ander te laten merken dat je eraan komt, het was een soort zachte overval. Eentje die toen insloeg als een bom.
En in die zin een door mij in iemand anders veroorzaakt misverstand waarbij voor de ander de tijd te snel ging door de wens tot overbrugging niet op afstand te communiceren, waardoor de vriendelijkste intentie insloeg als de bliksem.
Terugkijkend op mijn leven kan ik zien dat ik uit onzekerheid vaak mijn onzekerheid heb verstopt onder de snelheid van zogeheten spontane acties.
En dat dan je hartvormige eiland opeens overkomt als een bos brandnetels.
Zo leer je nog eens wat.
Mooi gezegd lieve Hans
Tantra is zo,’n pad van bewustwording.
Afstemmen, zeg maar.