Op 11 oktober 2009 schreef ik aan degene die de familieopstellingen ‘geeft’:
Hallo Carolien.
Ik ga graag meedoen.
Mijn inzet is om aan de beurt te komen, dus ik steun in gedachten alles wat daaraan kan bijdragen.
Ik ga opzoeken wat je van mij verwacht als potentiële deelnemer en stuur je dat nog toe.
Groet,
hans
Daarop volgde dit openhartige verhaal, een dag later op 12 oktober 2009:
Hallo Carolien,
Ik heb die lijst gevonden, die heb ik eeen aantal maanden geleden gebruikt om mijn vader te interviewen.
Daarop staan wat details, die ik zal meenemen.
Ik schrijf je nu een stukje tekst met wat in me opkomt.
Ik heb paar jaar geleden een aantal keren in de aanvullende mannenrol meegedaan aan familieopstellingen.
Een aantal maanden geleden ook een keer bij jou.
Pas daarna, omdat iemand het opperde, drong het tot mij door dat het gewoon nog nooit in mij was opgekomen om zelf mijn familiestory eens in te brengen!!!
Terwijl ik al 15 jaar worstel met mijn geworstel met een familiegeheim, dat incest van een oom en mijn zus betreft en de afgewongen geheimhouding daarover opdat niet de kinderen van die oom en tante er achter zullen komen.
Afgedwongen met een beroep op solidariteit met mijn moeder, het zou voor haar beter zijn
(die tante is haar zus en tevens hartsvriendin, steun en toeverlaat).
Ik heb daar echt onder geleden, zeker toen er een periode was toen het voor ons (mijn broers en ik) geen geheim meer was, maar wel voor mijn ouders.
En mijn moeder, die toen dat gezin nog adoreerde (weet je hoeveel kleinkinderen tante Jet heeft, tot vervelens toe herhaald) steeds laaiend enthousiast wist te vertellen van ach en hoe leuk toch dat Oom met zijn kleindochters in bad ging.
Etc.
Drie jaar geleden was er het bekende feest in een zaaltje ter gelegenheid van 60 jaar huwelijk van mijn ouders
(de eerste keer dat mijn vader zoiets deed en hij had tegen oom en tante gezegd ‘hans komt ook, kijk maar wat je doet’).
En ze waren er natuurlijk, want iets afwijkend doen dat kan natuurlijk niet in geheimhoudingsland.
Wel benaderde mijn tante mijn zus huilend met de gesmeekte opdracht of mijn zus er toch vooral voor wilde zorgen dat iedereen zijn mond hield.
DAT was voor mij de druppel. Toen heb ik mij voorgenomen dat ik ooit dat geheim zou doorbreken.
We zijn nu 3 jaar verder (3 jaar en 3 dagen, om precies te zijn) en de boosheid is eraf, en nog steeds voelt het als noodzakelijk iets te doen.
Of toch niet, of toch wel.
Het houdt mij dagelijks bezig, al 15 jaar.
Een geheim bewaren tegen je zin, dat is als een baard willen en het niet mogen: je moet je elke dag met tegenzin scheren
en hoe vaker je dat vergeet hoe lastiger het scheren.
Nadat mijn moeder was overleden gold de solidariteit als drukmiddel niet meer.
Toen werd door mijn vader ontkent dat dat ooit zo was gegaan.
Dus heb ik hem gezegd dat ik me daar, bij hem, niet thuis voel.
Kortom, de ONTKENNING viert hoogtij, wordt zelfs niet als ontkenning herkent.
Ik ben gewoon raar en lastig, altijd al geweest, zegt mijn vader dan.
Al jaren ben ik van plan om die oom, en de laatste twee jaar meer gefocust op die tante (zij is m.i. de grote manipulator, die bijvoorbeeld die oom dan weer in dat bad met kinderen krijgt, ik zie het voor me, zijn dochter stelt dat ooit eens voor,
half voor de grap, de oom schrikt zich van binnen het apelazarus en krabbelt zo onzichtbaar mogelijk terug en de tante ziet haar kans en duwt hem zacht maar onverbiddelijk de kant van zijn grootste kramp op; leuk Karel, doe maar, vinden ze leuk, de kinderen)
Toen ik na het overlijden van mijn moeder mijn vader aansprak op die geheimhouding en dat nu zijn gegeven argument was vervallen, kwam dus die totale ontkenning, en natuurlijk de totale slachtofferrol (dan heb ik dus alles verkeerd gedaan) en
vanuit de totale hulpeloosheid waarin die familie verkeert: waarom moeten die kinderen dat ook weten?
(Die kinderen zijn inmiddels vijftigers met veel kinderen en een nog exotischer wat
sektarisch geloof, dus je ziet het misbruik in deze of de volgende generatie al naderbij
sluipen).
Vanavond kwam opeens het idee op dat ik niet mijn tante een brief ga schrijven, maar mijn vader:
“Je vroeg laatst waarom die kinderen het ook moeten weten.
Ik heb daar een goed doortimmerd antwoord op.
Wil je dat weten?”
Het antwoord staat in De Tijger Ontwaakt, zoals je weet.
Tot dinsdag.
hans