Arunachala, Gods eigen heuvel

59536990

Vandaag laatste dag in Tiru.
Morgenochtend taxi naar Chennai. Vliegen, met tussenstop in Delhi, naar Dehradun. Vandaar, waarschijnlijk pas overmorgen, naar Rishikesh. Dan daar een plekje zoeken met Ganga view dichtbij mijn favoriete brug, de Lakshman Jhula.
Ik was daar eerder, lang geleden, met wie toen heette Gopal. Zijn guru was Hans Raj. Hans Raj was ook de guru van de wel bekend geworden ShantiMayi. Inmidels is Rishikesh ook het speelterrein geworden van de o zo populaire satsangteddybeer Mooji.

Wat mij vooral trekt momenteel zijn de lagere temperaturen. Voor mij is Zuid India toch echt en steeds weer te warm. Het waren weer weken van steeds bezweet zijn, vochtige kleren  en natuurlijk het al vanaf de taxirit vanaf het vliegveld naar de guesthouse van de YWCA in koortsachtige toestand verslapte scrotum. (De staat die het 3 of 4 jarige dochtertje van een vriendin ooit de opmerking ontlokte ‘Kijk mam, Hans heeft twee piemels).
Kortom, een klef en kleverig bestaan in een soort overlevingsmodus, dat tegelijkertijd ook een onderstroom heeft van grote tevredenheid. Steeds maar onbekommerd in je T-shirt en zonder sokken rondlopen. Met blote voeten op stenen vloeren zonder het gevoel dat de energie uit je voetzolen wordt weggezogen. En, nieuwe ontdekking: een heel sterk gevoel dat er van (de vormen van) palmbomen een soort van archaische of archetypische rust uitgaat.

Zoals gezegd was er een tweede satsangmoment de afgelopen weken. Er was een aantal dagen dat ik mij gewaar werd van een soort eisende druk van deze omgeving.
Tot nu toe deed ik veelal wat licht onverschillig lacherig over de Arunachala en al die relaties die mensen zeggen ermee te hebben en alle verhalen daarover.
Nu opeens, alsof mijn wat zwakke toestand mijn eigen sterke energienivo daar voldoende voor had teruggeschroefd, had ik het gevoel dat ik in een soort hogedrukpan rondliep.
En, ja hoe leg je dat uit, ongemerkt had zich in mij/mijn systeem een soort verzet daartegen opgebouwd. En juist dat maakte het steeds onprettiger.
Op een ochtend liep ik van mijn kamer langs de main road richting cappuccino, en had opeens een minisatsang in mijn hoofd, waarop alles ontspande. Die ontspanning werkt ook nog steeds door.

In die gebeurtenis in het hoofd was ook ene John de Ruiter betrokken. Om die twee dingen eenvoudig samen te brengen, straks mijn aantekeningen daarover.
Achtergrondinformatie: John de Ruiter dook ook opeens op in Tiruvannamalai met een paar dagen satsang. Goed georganiseerd, ruim aangekondigd en met een groot spandoek bij de ingang van de tempel waar ze een hal hadden gehuurd. Niet te missen.

Ik heb John de Ruiter zo’n vijftien jaar geleden een paar maal gezien toen hij satsangs gaf in een zaaltje van Artis in Amsterdam. Sindsdien, steeds weer bestendigd door tussentijdse verhalen, had ik een soort instinctieve afkeer/afweer tot die man.
Ik was vast van plan niet naar zijn satsangs hier te gaan. Maar, wat kun je eraan doen, hij dook de nacht voor zijn eerste satsang in mijn gedroomde nachtleven op. Met als gevolg dat ik dus wel ging en, geheel onvoorbereid, opeens tegenover hem zat.
(Ik vroeg aan een vrijwilliger van zijn organisatie, terwijl ik aannam dat er een wachtlijst zou zijn tot overmorgen, hoe men achter die microfoon kon komen. Dat werd me uitgelegd en er werd aan toegevoegd: we can bring you up now, so you will be next).

Na het bekende in stilte elkaar aanzien, heb ik maar verteld wat er gebeurd was: Since I saw you 15 years ago in Amsterdam, something in me didn’t like something in you. I was fully intend not to come, but last night things shifted and I decided to go where the pain is. And the pain is here, inside me. Afijn, eerlijkheid werkt altijd, dus kon ik op een gegeven moment melden ‘The pain is melting’.

Mijn aantekeningen.
Op 28-1-’15 dit: Satsang met John de Ruiter. Op de stoel gezeten. Ik vind het nog steeds een zeer mentale man. Geen lol aan te beleven.

Na afloop vroeg een van de hem omringend vrouwen of ik ook meeging naar de informal satsang die na de satsang werd georganiseerd. No thanks, zei ik uit de grond van mijn hart.
So, you give it another 15 years? Yes, probably, zei ik.

Op 29-1-’15: Maffe droom gehad over John de Ruiter. Over die rare ervaring van daar in die satsang te zitten, als gevangen in die koplampen van ogen van hem. Met al die nerveus opgewonden vrouwen die mij steeds vertelden wat ik moest doen. En een geluidssituatie die maakte dat ik de helft van wat hij zei moest raden. In de droom was (voor de tweede keer al, gister was het er ook geloof ik) een situatie dat er twee teksten waren, al vooraf, die ik achteraf kon lezen en waartegen ik weerstand voelde. Ik blijf weerstand voelen tegen die man. Ik ervaar hem als een koele Big Mind. Het voelt bijna als een overwinning dat ik hem heb laten lachen. (Hij leek begrijpend en instemmend naar me te lachen toen ik vertelde dat Tiru mij teveel werd, dat ik een korte satsangervaring in mijn hoofd had, waarbij hij er ook was, want ik had je die nacht ervoor opgeroepen en dat ik opeens beseft had dat ik probeerde Tiru van me af te houden, terwijl alles zich toch in mij afspeelt en dat daarop ontspanning volgde). De idee kwam langs om vanavond wel naar die informele bijeenkomst met John de Ruiter te gaan. We zullen zien.

Later ben ik inderdaad tweemaal na een ochtendsatsang een middag meegegaan naar de informele meeting. Daar was een voor mij veel betere energie en zeker een betere geluidsinstallatie.
Ik heb met bewondering naar een aantal van zijn communicaties met mensen zitten kijken. Petje af. En ja, hij heeft een beetje een groupie-achtig type mensen om zich heen.

Tot slot: nog nooit had ik enige aanvechting ook eens rond de heilige berg te lopen. Of naar de top te klimmen. Ik kan met trots vertellen van die keer dat ik het rondje een keer deed achterop een zachtploffende Royal Enfield motor, en dat mij dat genoeg is.
En nu? Ik ken hier een Engelsman die elke dag rond de Arunachala loopt. En hem heb ik laatst gevraagd of ik een keer met hem mee mag lopen. Dat mocht natuurlijk. Mijn idee was om dat eergister te doen, maar het hier overdag opeens zo heet (overdag zei ik, gisteravond zag ik nog iemand met oorwarmers op een brommer, dus ‘s avonds zakt de temperatuur nog wel tot rond de 25 graden of zoiets), zo heet dus dat ik het heb uitgesteld. Wellicht tot volgend jaar.

Ooit was ik in Nederland, decennia geleden, in een oud klooster in de plaats ‘s-Heerenberg. Geen idee meer waar die bijeenkomst over ging, maar Simon Vinkenoog hield er een inleidend praatje. En maakte in zijn ratelende tempo de woordspeling ‘s-Heerenberg, Gods eigen heuvel. Van daar komt de titel van dit blog. Arunachala, ook niet echt een berg. Maar wel: Gods eigen heuvel.

Arunazul

 

 

This entry was posted in mijn weblog and tagged , , , , , . Bookmark the permalink.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

Are you a robot ? * Time limit is exhausted. Please reload CAPTCHA.