Weerzien met mijn favoriete brug

unnamed

Een beetje vaag, maar zo zag ik vanmiddag mijn favoriete brug, vanaf een restaurantterras waar ik, en dat is helemaal niet zo gewoon hier, een omelet met geroosterde boterhammen at.

Ik weet nog van vijftien jaar geleden dat iemand vertelde dat als je in Rishikesh eieren wilde kopen, je dan, bij voorkeur als er geen andere klanten in die winkel waren, moest vragen naar ‘white potatoes’.
Vandaar dat ik, vanwege een wellicht rebelse trek erin, vandaag aan iemand vroeg of hij een plek wist waar je omelet kon krijgen. Hij wist me het restaurant aan te duiden waar ik deze foto nam.
Ik heb een betere, de eerste die ik nam toen ik de eerste ochtend vanaf Ram Jhula, waar ik toevallig nu in een ashram woon,  naar mijn geliefde powerspot Laxman Jhula liep, een kleine twee kilometer schat ik.
unnamed (1)

Op die plek, die honderd keer ruimer is dan je op een foto kunt zien, gaat mijn hart open en weet ik: hier wil ik wonen.
En vooralsnog gebeurt dat niet.
Er gebeurt hier wel van alles en veel. De gezamenlijke noemer lijkt te zijn verbazing op verbazing, door steeds ontdekkingen tijdens ontmoetingen over gezamenlijke bekenden.

Het begon tijdens de vlucht van Delhi naar Dehradun.
Maar nee, laat me deze serie verbazingen bewaren voor een volgend stuk.
Er zijn ook literaire verbazingen aan de lopende band. En opeens lees ik veel. Het is hier namelijk, zoals mijn moeder placht te zeggen, stervens koud. Wel even wennen, maar heerlijk.
Overdag, zeg van 10 tot 17 uur, als de zon boven de heuvels is, is het wel weer Tshirt weer, maar daarna koelt het snel af.
Voor vandaag, zie ik net op internet, wordt aangegeven als maximum temperatuur 23 graden Celcius en voor vannacht wordt als minimum 8 graden voorspeld.
Dus de nachten en octhenduren zijn ronduit fris.
Literatuur dus. De laatste middag in Tiruvannamalai was er de jaarlijkse art exhibition in Rani’s Garden, de tuin waar ik een paar jaar geleden veel gereflecteerd heb en waar mijn alter ego Meji is geboren.
Daar was iemand die een tafel vol met gratis spirituele boeken had liggen. Daar heb ik twee boeken gescored. Een heel dik boek met uitgeschreven opgenomen uitspraken van Sri Ramana Maharshi, die volgens het broodje aap bijna nooit sprak.
En een boek met commentaar op en de tekst van The Haristuti of Shankara. (http://www.amazon.com/adoration-Self-commentary-Hari-tattva-muktavali-Svayamprakasayati/dp/B0006E8XLI).
Fraai en degelijk. Nog in bezig.

Ik ben hier nog geen drie dagen trouwens, het is inmiddels donker, en pas in het stikkedonker drie avonden geleden kwam ik aan, in een gedeelde taxi met een vrouw die naast me zat in het vliegtuig naar Dehradun. Maar dat zouden we voor later bewaren. Eerst de boekjes.
Die eerste keer dat ik naar de  Laxman Jhula liep, dronk ik koffie in de German Bakery die over de brug en de Ganges uitkijkt.
Via een gesprek daar kwam ik te lopen naar een yogacentrum een paar honderd meter stroomopwaarts waar ik vroeg of ik daar een kamer kon huren. Nee, ja, misschien, we zullen zien. Er stond een boekenkast met de bekende leenboeken, (one in, one out) en ik vroeg de yogi of ik daar wat van mocht meenemen en daarna weer terugbrengen. Was goed.

Twee boeken meegenomen. Van J.M. Coetzee, in het Nederlands, De langzame man. Heb ik inmiddels uit, prachtboek.
Ik geef een voor mij ontroerende passage:
Hij is bereid van Marijana een helpende hand te accepteren, die per slot van rekening een betaalde verpleegster is, maar niet van een vrouw die ouder is dan hijzelf. Hij stuurt Costello vooruit om op hem te wachten in de hal terwijl hij op zijn krukken de trap bedwingt.
     Op weg naar beneden wordt hij ingehaalod door een van zijn buren, een tenger meisje uit Singapore met een bril, dat met haar twee zusjes muisstil de flat boven hem bewoont. Hij knikt haar toe; de groet wordt niet beantwoord. In al hun tijd op Coniston Terrace hebben de meisjes zijn bestaan nooit erkend. Ieder voor zich: zo zullen ze het geleerd hebben in hun eilandstaatje. Onafhankelijkheid.
     Hij en Costello vinden een leeg bankje. Er komt een hond aandraven: het dier onderwerpt hem aan een vluchtige, montere inspectie en richt dan zijn aandacht op haar. Altijd gênant als een hond zijn snuit in het kruis van een vrouw duwt. Herinnert hij zich de seks, hondenseks, of geniet hij alleen maar van de ongekende, ingewikkelde geuren? Hij heeft Elizabeth altijd als een aseksueel wezen beschouwd, maar misschien weet een hond, die zijn vertrouwen in zijn neus stelt, wel beter.
     Elizabeth verdraagt het onderzoek goed, laat de hond zijn gang gaan en duwt hem dan goedmoedig weg.
‘Zo’. zegt ze, ‘U was aan het vertellen’.

Zo, dat boek kan weer terug naar de yogaschool.
Vanmiddag ben ik weer even langsgelopen, en heb weer een tijdje in die kast gesnuffeld. Ik vond een klein boekje met gedichten van een vrouw, uit de eeuw van Kabir, waar ik nog nooit eerder van gehoord had: `Lalla (1320 – 1392), a 14th century North Indian mystic.

Self inside self, You are nothing but me.
Self inside self, I am only You.

What we are together
will never die

The why and how of this?
What does it matter?

En eentje die mij heel droevig maakt
.
(Identificatie heet dat).

I saw a wise man dying of starvation.

Leaves fall in the slightest
wind in December.

And I saw a wealthy man beating his cook 
for some mistake with the spices.

Since then, I, Lalla, have been waiting
for my love of this place to leave me.

Tot slot (ook geen vrolijke):

Whatever your name, Shiva, Vishnu,
the genius who inspired Sheherezade,
saviour of the Jains, the pure Buddha,
lotus-born God, I am sick. The world
is my disease, and you are the cure,
You, you, you, you, you, you, you.

Toetje, altijd lekker:

In this state there is no Shiva,
nor any holy union.

Only a somewhat something moving
dreamlike on a fading road.

Gisteravond heb ik een boekje gelezen van een oude bekende dat in het restaurant waar ik de vorige twee avonden met mijn telefoon via wifi mijn mail binnenhaalde op de tafel lag.
The monkeys and the mango tree
V
erhalen door Harish Johari, die een aantal jaren mijn zomerleraar was, een aantal weken heerlijk Indiaas eten en elk jaar een ander onderwerp. Ik heb hem een aantal van die verhalen zelf horen vertellen.

Ook uit dit boekje wil ik een citaat geven.
Uit de inleiding door Harish Johari, helaas tamelijk jong gestorven, geef ik een stukje dat hij over zichzelf schrijft, uitmondend in een prachtige uitleg van het hoe en waarom van de saints in de Indiase cultuur:

Bolstered by my masters degree  in philosophy, I visited a saint to test my knowledge against his. In no time at all he made clear what I had not learned during my entire university experience–that everything I thought I knew and could explain with “real world” examples I did not truly know. All I had done was memorize information and manipulate it in my head. Deep inside I had known that I was a hypocrite all along.
     This encounter changed my life, And I decided to devote myself to achieving true awareness. In the good company of saints I learned to be humble, patient, and true in word, deed, and thought. I came to understand that the best way to educate is to become an embodiment of the living teachings.
And the next best way is to embody the living teachings in stories.
     As ship captains need lighthouses to find safe channels and harbors at night, so we need saints and their teaching stories to serve as beacons in the darkness, guiding us along paths that are far from clear. Humans are quite complex beings: born free, but everywhere in chains. We need models who have tamed the tiger of the mind and who, by living, teach. This is why India has always accepted the institution of saints. Living models of purity, service, devotion, harmony, and faith, they do not contribute to society in material ways but work on a higher level for humanity at large.
     Every Indian knows that not everyone who dresses in saffron robes is a saint, not every person who embraces hardships is wise. Many criminals and beggars disguise themselves as saints to gain the goodwill of the populace, as do others who thing they can survive on handouts by using such disguises. This has always been a drain on the social and economic health of India. But anyone whose eyes are truly open can easily distinguish a true saint from an impostor, for real saints have a calming effect on all beings, birds and beasts as well as humans. As it is said in a famous scripture, in the dwelling place of a saint the lions and goats drink water on the same beach.

 

This entry was posted in mijn weblog. Bookmark the permalink.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

Are you a robot ? * Time limit is exhausted. Please reload CAPTCHA.