Mijn uitzicht aan het ontbijt in het sousterrain van de Ashram:
Als gezegd, het is hier anders. Het is hier wat frisser.
Maar dat wordt met de dag minder, zoveel is duidelijk.
Het was vannacht al aanmerkelijk minder koud dan de eerste twee nachten. (Aan de overkant, daar waar van 5 tot 7 in de namiddag de Aarti klinkt, slaat een kerkklok 11 uur. Slaat ook tijdens die aarti, eerst vijf maal vlak voor het begint, dan halverwege zes maal en dierect na afloop zeven maal. Het geluid lijkt ook uit een soort kerktorentje te komen. Christelijke invloed?
Verder hangt hier duidelijk een andere energie.
De Ganges stroomt zijn gangetje, gaat zijn eigen gangesje, onbekommerd, als vanzelf. It just happens. In deze tijd van het jaar heel rustig. Bedaagd bijna. Maar als je weet hoe hoog deze rivier stijgt in het regenseizoen, kun je je een beetje voorstellen hoe het dan tekeer gaat. (Gister gevraagd op dat terras: normaal komt de Ganges tot halverwege dat lage muurtje. En als de Ganges uitzonderlijk hoog komt? Toen keek de eigenaar van dat restaurant naar dat plafond boven het hoofd van die kelner. Zie foto vorige blog).
Verder zijn hier rondom heuvels en je weet dat het daarachter de ene kant op, stroomopwaards, omhoog gaat als de Himalaya. Heel hoog en heel ruig dus.
De kleuren zijn hier anders, een ander palet, wat donkerder, meer donkerblauw en bruin. Tegen meer geel en roze en andere pastelkleurtjes in Zuid India.
De rikshaws hier zijn ook veel robuuster gebouwd. En op het geluid afgaand hebben ze wat meer motorvermogen. Je ziet hier veel scooters en weinig brommers. En, net als in Zuid India, veel motoren.
De mensen zijn hier ook anders. Het is bergvolk. Ze lijken, hoewel ook vriendelijk, ingetogener, introverter.
Een deel van de mannen, degenen die rondscheuren in grote, veelal SUV achtige jeeps, doen denken aan de skileraa: wij weten hier de weg en hoe het moet, wij kunnen hier overleven en jullie willen de bergen in. Of raften op de Ganges. Of, aangekondigd gezien, bungeejumpen van 83 meter hoog. Jullie willen dat ook kunnen en wij wullen jullie dat wel leren. Bewondering te over. De gebruinde skileraren waar de vrouwen als een blok kortsondig op vallen. Iets vergelijkbaars zal hier ook wel gaande zijn neem ik aan.
De bergmannen zijn niet gebruind, zij zijn bijna zwart. En neigen wat lichaamsbouw betreft richting de tanige sherpa.
Wat hier hetzelfde is als in Tiruvannamalai is de grote hoeveelheid bezoekers. Ook hier zijn duizenden westerlingen die afkomen op een serie minder bekende en een trits overbekende satsanggevers.
Prem Baba, Mooji en ShantiMayi zijn gedrieen goed voor een kleine tweeduizend satsangbezoekers per dag, waarvan Mooji de helft voor zijn rekening schijnt te nemen.
En dan, tamelijk specifiek voor Rishikesh, zijn er duizenden yogastudenten. Rishikesh is het Yoga Mekka van de wereld.|
En ook hier zijn zijn de Indiase pelgrims ruim in de meerderheid. Van de vroege ochtend tot als het al donker is komen ze langs, vaak in grote groepen. Vaak meerdere generaties in een groep. De kinderen worden soms meegezeuld. De ouderen worden soms ondersteund.
En wat die mensen toch met die rivier hebben. Het water kan maar een paar graden zijn, het komt regelrecht uit de smeltende gletsjers.
Ik word wakker tussen 7 en 8 en doe dan mijn trui aan. Dan kijk ik naar buiten. En altijd is er al wel iemand die zo nodig in dat koude water moet staan. Brrrr.
Wat hier hetzelfde is als in Zuid India is de eindeloze hoeveelheid spullen, prullen, kleding, sieraden en noem het maar op. Handel gericht op de ontstuitbare stroom van bezoekers uit de hele wereld maar vooral uit India zelf. Op een bepaalde manier lijkt India op een langgerekt Waterlooplein: kilometer na kilometer spullen in alle soorten, maten en kwaliteiten uit de voormalige Europese Overzeese Gebiedsdelen. Van min of neer lokale makelei dus.
Vanmorgen om 7 uur werd ik wakker en ging, er was twijfel, controleren of er al wel iemand in de Ganges stond. Niemand. Ik keek nog eens goed en zag aan de overkant al een grote drukte op een van de ghats. Mijn kijkertje erbij gehaald. Langs de weg was de stoom lopende Indiase pelgrims al in volle gang, en in het water telde ik tien mensen.
Brrrr.