Laatst zag ik op tv een interview met de schrijfster Vonne van der Meer.
Daar ik van plan ben om over porno te gaan schrijven, veerde ik op toen haar debuutverhaal Het limonadegevoel ter sprake kwam.
In de woorden van interviewer Wim Brands:
“Het is het verhaal waarin een vrouw
die zwanger is de pornocollectie (dat wil zeggen een paar bladen) vindt, die haar man heeft verzameld en in huis heeft.”
Hij vervolgt met te zeggen dat iemand weleens gezegd heeft dat je, als je goed wilt schrijven dan moet je in schaamte kunnen duiken, dan moet je daar niet bang voor zijn.
Vonne van der Meer antwoordt: “Daar ben ik het mee eens. Ik had ontdekt dat ik het beste schreef als iets pijnlijk was, als het over iets ging dat je in het dagelijks leven liet stamelen.”
(Schilderij Limonadegevoel van Andre Schoots)
Afijn, (ik ben een en toen….. en toen….. en toen schrijver), een tweedehands exemplaar was snel gevonden en via het geprezen Bol.com aan huis bezorgd.
In het genoemde verhaal, dat spannend en interessant is, is vooral de laatste zin intrigerend en een rake typering van de al of niet ingebakken verstrooiing die onze relatie met de wereld kleurt en verwart. De ordinaire kermis in ons eigen hoofd, zoals ze het in dat interview noemt.
Maar mijn hart maakte echt een hupje toen ik haar omschrijving las van wat we in de wandeling standjes noemen: varianten op de oerpuzzel.
Ik vind dat zo’n fantastisch woord!
Voor mij omvat dat alles wat oer is aan sex en sexualiteit.
Maar is ook een fantastische omschrijving van de spirituale zoektocht.
“Aan alle religies ligt de oerpuzzel ten grondslag”.
“Porno en de oerpuzzel”.
En het is natuurlijk de ultieme relativering van het zwaarbeladen feestje.
Althans een poging daartoe. Humor met en in een (1) woord.
Het lijkt wel of Nederland over dit woord heeft heengelezen.
Het komt op 7-4-2011 volgens google niet voor op het internet:
Uw zoekbewerking – “oerpuzzel” – heeft geen overeenkomstige documenten opgeleverd.
(Ik ga dit woord vanaf nu, onder dankzegging aan Vonne van der Meer, gebruiken en ik zal het
als eerbetoon als ‘tag’ toevoegen aan al mijn ‘blog entries’).
Op de omslag van mijn twintig jaar oude exemplaar is de genoemde laatste zin van het verhaal in beeld gebracht. Een diepzinnige metafoor op zich. (Ik was niet verbaasd vandaag over de schrijfster te lezen dat later vooral mystiek, ethiek en religie belangrijke thema’s worden).
Heb vanmiddag wat rondgeneusd op de website van de beide omslagontwerpers en voel me vrij vanaf het web hier een fotootje te laten zien van dat omslag:
Het is zo klein dat de bedoelde zin er als toelichting naast kan:
“Soms denk ik dat ik nooit zal wennen aan het beeld van twee
plastic zakken, bungelend ieder aan zijn eigen
verwarmingsknop.”
André Schoots